Bruisend nieuw leven voor de Koepel
Het Koepelterrein is ongeveer 2 ha groot en bevat een fors programma. Naar ontwerp van André van Stigt worden het University College en een filmhuis in de Koepel zelf ondergebracht. Om voldoende financiële draagkracht én een levendige stadscampus te garanderen zijn daarnaast voorzieningen zoals een buurwinkel, een stadskantine, horeca, 350 wooneenheden, een hotel en een parkeergarage geprogrammeerd.
Naast het forse programma houden we rekening met de ligging in de stad en de monumentenstatus van de muur om het terrein en meerdere gebouwen. Het terrein moet zich, ondanks het behoud van de monumentale muur, toch voldoende openen zodat het terrein echt openbaar en onderdeel van de binnenstad gaat worden. Belangrijk daarbij is dat de Koepel goed in beeld blijft. Met als uitgangspunt het behoud van essentiële zichtlijnen vanuit de omgeving hebben we bepaald waar wel en niet gebouwd kan worden. Uiteraard is het inpassen van een dergelijk programma in een bestaande buurt een delicate opgave. Via intensief overleg met de buurt is het programma zo verdeeld dat rekening is gehouden met bezonning en privacy van de aangrenzende tuinen en woningen.
De ligging in de stad geeft het complex drie logische ingangen waarbij de hiërarchie en positie in het stedelijk weefsel belangrijk zijn. Daarbij is een belangrijke nieuwe ingreep de keuze om een route te maken die niet door (dat mag niet op dit punt), maar juist over de muur gaat. Met een knipoog bouwen we voort op het verleden: hoeveel dromen en fantasieën zijn er niet geweest om over de muur te willen ontsnappen.
Binnen de muren is het programma zo geplooid dat er een gevarieerde stedelijke ruimte ontstaat, met nauwe en verbrede plekken. Voor een belangrijk deel volgt het programma de oude muren. Aan de oostzijde van de Koepel komt een solitair, eigenwijs volume dat de ruimte die daar ontstaat vormgeeft. De nieuwe gebouwen zijn architectonisch familie met een duidelijke materiaalknipoog naar de bestaande gebouwen. Een oranje accentsteen in de oude gebouwen wordt in de nieuwbouw de verbindende factor. Alleen het vrijstaande gebouw wordt anders: de uitzondering die de regel bevestigt. De maaiveldinrichting zet het stedelijk tapijt van de Haarlemse binnenstad door naar binnen en kent op strategische plekken fraaie groene verbijzonderingen.