Het heeft geresulteerd in een krachtig plan met ‘‘steile kappen en kloeke kapellen’’: verschillende rooilijnen, verschillende richtingen, grote en kleine kavels, geschakelde en vrijstaande woningen, afwisselende tuinen, verrassende doorkijkjes, soms voor het huis, soms ernaast en soms erachter en iedere tuin een eigen karakter. Zoals in elk dorp staat alles door elkaar: sociale woningbouw, gestapeld, sociale koop, middelduur en duur. Ondanks de verschillen is er een sterke architectonische samenhang nagestreefd: door al deze segmenten in één doorsnede onder te brengen tonen de verschillende woningen zich als één familie.
Zo is het appartementengebouw als een grote broer van de andere woningen ontworpen. Ten behoeve van de samenhang is het project zeer eenvoudig gematerialiseerd in hout en pannen. De langsgevels en open kopgevels zijn bekleed met oranjebruine houten delen. De steile kappen van 60˚ en sommige onderdelen van de gevels zijn uitgevoerd in antracietgrijze ceramische dakpannen.